HEN’S PERKPLANTEN

Een groene parel in een grijs gebied 

Via de rondweg in Haps, ook wel bekend als de provinciale weg N264, betreed ik een industriegebied in ontwikkeling. Ik zie grote, grijze gebouwen oprijzen tegen een grauwe hemel. Aan mijn rechterzijde bevindt zich het terrein van Nutricia. Een aantal afslagen verder kom ik steeds dichter bij mijn bestemming aan. Een groen bord met gele tekst en begroeid met mos vertelt mij dat ik er ben. ‘Hen’s Perkplanten’ staat erop. Ik rijd de doodlopende straat in en stap uit ter hoogte van een reeks kassen en een braakliggend veld. 

Omgeven met groen 
Een bord met ‘geopend’ staat eenzaam tegen een hoge betonnen bloembak aan. Het is vier uur ‘s middags en het wordt al vroeg donker. Er is niemand meer te bekennen in de kassen waar de laatste papavers en viooltjes wachten om gekocht te worden. In het najaar wordt er volop gewerkt aan de voorraad Chrysanten. De achterste kassen zijn dan ook rijkelijk gevuld met deze bloemen. In de meest prachtige kleuren zoals geel, oranje, geel én oranje, maar ook roze, lichtpaars en nog diverse kleurschakeringen daartussen. Deze zijn voor de veiling Royal FloraHolland, zal ik niet veel later te horen krijgen. Ik laat het allemaal even op mij inwerken: de warmte van zo’n kas op een koude en natte dag en het gevoel van omgeven te zijn met groen. Ik vraag mij af hoe Hen zijn tuinbouwbedrijf gaat voortzetten. 

Ome Hen 
Sinds 1982 runnen Hen en zijn vrouw Jeanne hun tuinbouwbedrijf: een bloemkwekerij en tuincentrum met een halve hectare aan kassen en vier hectare grond. In het voorjaar zijn ze vooral bezig met perkgoed en snijbloemen. De snijbloemen bevinden zich zowel in de kas als buiten, tot medio juni. Hierna zijn er twee maanden geen snijbloemen te verkrijgen. Het perkgoed wordt vooral verkocht aan particulieren en is de belangrijkste bron van inkomsten. De snijbloemen worden ook aan huis verkocht, maar het grootste deel gaat naar de veiling. 

De laatste jaren kweekt en veredelt Hen ook meer duurzame groenteplanten. Het valt hem op dat het steeds vaker jongeren zijn die een moestuin willen onderhouden. Vragen zoals “Ome Hen, wanneer moeten we boerenkool planten?” brengen deze man dan ook aan het praten. 

Geen match met industrie 
Hen en Jeanne runnen hun bedrijf in een gebied dat al veel veranderingen heeft doorgemaakt de laatste jaren. Dit verandert steeds meer in industrie, door aanvragen ten aanzien van mestfabrieken, voederopslag en slachterijen. Hen’s Perkplanten grenst aan het bedrijvenpark Laarakker. Dit is een terrein van ongeveer 66 hectare grond waarvan 32 hectare bestemd is voor bedrijven in de milieucategorie 5.2. Dat is zware industrie. Hen en Jeanne kunnen nog een jaar bij hun bedrijf blijven wonen, al is alle bebouwde grond inmiddels verkocht. De rest is nog steeds in het bezit van Hen. Hij geeft aan: “Een bloemkwekerij is geen match met industrie.” 

Op het ritme van de natuur 
“We zijn geen industriële kwekerij, maar een tuinbouwbedrijf op het ritme van de natuur. Met de handen in de potgrond en de voeten in de klei.” Hen geniet er dan ook enorm van om zoveel mogelijk met de hand te doen. In het hoogseizoen komt er veel jeugd helpen. “We geven ze wat te doen”, vertelt Hen. Ook jeugd met een afstand tot de arbeidsmarkt of mensen die op therapeutische basis weer willen opstarten. Er ontstaat een glimlach op Hen’s gezicht. Hij valt even stil en tikt een aantal keer zijn duim, – wijs, – en middelvinger achtereenvolgens op tafel. Hij is blij dat hij deze mensen werkervaring kan meegeven en heeft voor zijn begeleiding geen subsidie aangevraagd: “Ik heb er al profijt van dat die jongens hier werken, ik hoef daar niet nog eens geld voor.” 

Afscheid 
Met al dat groen in en rondom de kassen oogt Hen’s Perk- planten als een groene parel in een industrieel en grijs gebied; hoe dit zich verder ontwikkelt staat nog niet geheel vast. Hen kijkt terug op mooie, succesvolle jaren. Wat begon met het kweken van cactussen in de kas. Het enige wat nu nog af en toe steekt is dat zij afscheid moeten nemen van deze plek. Met die gedachte stap ik, nog onder de indruk van het verhaal, weer in de auto. Het miezert. Terwijl ik de doodlopende straat uitrijd, word ik me ervan bewust dat ik hoop op een mooi vervolg voor dit bedrijf. Hoe zal dit eruit komen zien? Waar zal het gevestigd zijn? Met het ondergaan laat de herfstzon zich heel even zien. Het siert de druppels op mijn voorruit. Mijmerend rijd ik verder.

Tekst: Lisa Klaassen Foto’s: Marcel Helder 

Deel dit bericht